De blauwe druif die alles kan: de grenache, garancha & cannoau kan het!
Het werd hoog tijd om over deze populaire achtergrondacteur te schrijven: de grenache! De grenache noir komt oorspronkelijk uit Spanje, waar de druif garnacha wordt genoemd. De subtiele druif groeit in grote trossen. Het is geen hele sterke rank, de bladeren zijn dun, de schil van de druif evenzo. Er zit weinig kleurstof in de dunne schillen, waardoor de druif uitermate geschikt is om rosé mee te maken. Hoe meer druiven er aan een rank groeien, hoe minder sterk de smaak is. Dit is voor de grenache een beetje een valkuil, omdat de ranken erg veel druiven kúnnen groeien.
Wijnboeren hebben soms zo hun handen vol aan het juist laten groeien en rijpen van de druif. De druif is erg populair in Zuid-Frankrijk. De van oorsprong Spaanse wijn heeft de vleugels uitgeslagen en gedijt goed in alle warme, droge Middellandse Zeegebieden. Ook in Italiaanse wijnen kan de druif gevonden worden, de druif heet dan de cannonau. In deze droge gebieden kan de druif lang rijpen. De druif wordt vaak ingezet als mengdruif en komt voor in veel wijnen uit de Provence en Languedoc. In Spaanse wijnstreek Rioja wordt de druif regelmatig toegevoegd aan wijnen die gemaakt zijn van de tempranillo.
Hoe smaakt de grenache?
De druif wordt dus vaak als mengdruif gebruikt. Maar waarom eigenlijk? Zoals we hierboven al omschreven, is de druif niet heel stevig. Dat zie je al aan de hele druivenrank, en dat proef je vervolgens ook. Niet alleen de kleur is subtiel, de geur en de smaak ook. Soepele smaken van rijp fruit, voornamelijk rood en paars fruit, komen veel voor. Door de lange rijping van de druif krijgt de druif een hoog suikergehalte. Een zure grenache zal je dus niet snel tegenkomen. Door het hoge suikergehalte wordt de wijn hoog in alcoholgehalte. Dat maakt de wijn zwoel. De zeer rijpe vrucht zorgt voor een bloemenaroma.
Andere veelvoorkomende aroma’s van de grenache zijn peper, leer en zoethout. Al deze details vallen echter vaak weg. Omdat de druif dus vaak gemengd wordt, wordt de grenache vaak overrompeld door zwaarder smakende druiven. De druif dient dan vooral voor een versoepeling van een zware druif, zoals de tempranillo. De grenache wordt ook regelmatig toegevoegd aan wijnen omdat het een hoog alcoholgehalte heeft. Omdat de smaken meevallen, kan de druif makkelijk ingezet worden om een wijn met een zwaardere druif wat zwoeler te maken. Zo behoudt een wijn de smaak van de hoofddruif. De blauwe druif wordt door zijn gebrek aan kleur zelfs ingezet om witte wijnen te versoepelen. Zo is de grenache in rode, witte en roséwijnen te vinden. Door het hoge suikergehalte wordt de druif ook vaak ingezet om dessertwijn van te maken.
Wijn & Spijs met garnacha
Omdat de druif voorkomt in veel verschillende wijnen is het een druif die je vaker op tafel hebt staan dan je denkt. Het is een toegankelijke druif die makkelijk uit te serveren is bij veel verschillende gerechten. Bij deze druif geldt heel basaal: serveer dezelfde kleur! Serveer naast een lichtpaarse grenache eens gegrilde of gestoofde aubergine. Met vlees floreert de wijn ook. De hinten naar rode vruchten komen dan goed naar voren. Bij een voorgerecht als carpaccio(salade) komt de rosé bijvoorbeeld goed tot zijn recht. Serveer je een kersensaus bij een biefstukje, schenk er dan vooral een tempranillo-grenache bij. Ook bij een pasta met een klassieke tomatensaus zal de wijn heerlijk smaken. Om het drieluik compleet te maken kan een grenache dessertwijn de maaltijd helemaal afmaken.